Op 30 april 1898 vertolkte de sopraan Aaltje Noordewier-Reddingius in het Amsterdamse Concertgebouw zeven liederen van Alphons Diepenbrock, waaronder het sonnet Die Liebende schreibt, een van de interessantste zettingen uit zijn vroege periode. Omdat het de eerste keer was dat Diepenbrock als liedcomponist naar buiten trad, kreeg hij ruim aandacht in de pers.
Deze compositie, die dateert van maart 1887, is overgeleverd in diverse lezingen en transposities. Hoewel ontworpen als een lied voor alt of mezzosopraan (in B-groot), heeft Diepenbrock in 1897 een herziene versie (in D-groot) gemaakt voor Aaltje Noordewier. Autograaf A-35(5) en semi-autograaf A-80(10) waren eigendom van deze zangeres. Aangezien zij een pleitbezorgster werd van Diepenbrocks composities, is Die Liebende schreibt in 1905 gepubliceerd als een lied voor sopraan en in de gedrukte editie aan haar opgedragen.
Het was de Nederlandse muziekuitgever A.A. Noske die in maart van dat jaar het initiatief had genomen tot publicatie van een ruime selectie uit de liederen die Diepenbrock tot dan toe had gecomponeerd:
Met groote belangstelling heb ik uw manuscripten leeren kennen, en ik kan het niet nalaten U mijn bewondering te kennen te geven voor hetgeen U hebt gewrocht. Reeds veel vroeger hadden die werken m.i. moeten verschijnen. Moeten ze nu ook voor het vervolg onbekend blijven? (BD IV:348)
Het resultaat was dat er in oktober 1905, naast de Hymne voor viool (RC 44), elf liederen van Diepenbrock verschenen, waaronder Die Liebende schreibt.
Zeven jaar later herschreef Diepenbrock dit lied opnieuw voor de Hongaarse alt Ilona Durigo, na haar vertolking van Liebesklage (RC 95). De laatste versie van Die Liebende schreibt (in B-groot) is gepubliceerd in 1955.
verfijningen in de tekstdeclamatie
De tussenspelen van de piano accentueren Goethes sonnetvorm. Diepenbrocks zetting volgt de tekstinhoud echter op de voet en uit diverse ritmische aanpassingen van de vocale partij blijkt hoezeer hij in de latere versies bleef streven naar verfijningen in de tekstdeclamatie. Melodische wijzigingen hangen in een aantal gevallen samen met opvallende harmonische veranderingen. Zo wordt het halfverminderde septiemakkoord, dat al in enkele van Diepenbrocks vroegste liederen prominent aanwezig is als tekstillustrerend element, in de latere versies van Die Liebende schreibt ook toegepast als expressiemiddel. De versregel “Die Träne trocknet wieder unversehens” (begin derde couplet) bijvoorbeeld krijgt meer zeggingskracht door de combinatie van voorhouding en halfverminderd septiemakkoord onder “Träne”. Vergeleken met Diepenbrocks andere liederen uit deze periode is de pianobegeleiding van Die Liebende schreibt opvallend transparant.
Uit aantekeningen in één van de autografen blijkt nog dat Diepenbrock instrumentatie van dit lied heeft overwogen en de aan Noordewier geschonken semi-autograaf bevat een interessante aanwijzing in zijn hand (A-80(10), binnenzijde omslag):
Die Clavierbegleitung dieses Liedes muss nicht als Klaviersatz, sondern als Klavierauszug einer aus Saiten, Holzbläser und Harfe bestehenden Orchesterbegleitung aufgefasst werden. Die rhythmischen und dynamischen Abstufungen müssen sich durchaus nach dem Gesangsvortrag richten.
Désirée Staverman