Evenals Blij stond de zon (RC 9) componeerde Diepenbrock het Vijftiende-eeuwsch bruyloftslied voor de bruiloft van zijn studievriend Jan Sterck. Beide werken werden op 12 augustus 1884 ten gehore gebracht.
Oorspronkelijk was het Bruyloftslied zuiver strofisch, maar in de loop der jaren heeft Diepenbrock de compositie dikwijls overgewerkt
. (BD V:330) Hij beschouwde het als een volwaardig stuk en wilde het in 1902 laten uitgeven, samen met negen andere a cappella koorwerken. (BD IV:35). Die wens is in 1906 in vervulling gegaan, toen S.L. van Looy te Amsterdam de Vier Vierstemmige Liederen voor Sopraan, Alt, Tenoor & Bas in september van dat jaar uitbracht. Naast het Bruyloftslied verschenen daarin: Den uil (RC 58), het Oud paaschlied uit Twente “Christus is opgestanden” (RC 57) en de Rey van burchtsaeten (RC 28).
De officiële première van het Vijftiende-eeuwsch bruyloftslied vond plaats op 5 september 1897 in de Waalsche Kerk te Delft door het Amsterdamsch Vocaal Kwartet, dat er ook Dämmerung (RC 7) ten doop hield. De stukken gingen mee op een intensieve concerttournee.
Diepenbrock zelf dirigeerde een uitvoering van het Vijftiende-eeuwsch bruyloftslied door het solistenkwartet Aaltje Noordewier-Reddingius (sopraan), Cato Loman (alt), Jos Tijssen (tenor) en Gerard Zalsman (bas) tijdens een concert van het Haarlemsch à Cappella Koor onder leiding van E.F. Bruynsteen op 2 februari 1900 in de Remonstrantse Kerk te Haarlem. Het programma omvatte tevens Diepenbrocks Stabat mater dolorosa voor gemengd koor (RC 34) en de Rey van burchtsaeten. Componist-dirigent Philip Loots noemde het Bruyloftslied in zijn recensie een geestige, kristal-heldere compositie
die onder Diepenbrocks leiding in al zijn frissche oprechtheid, in al zijn vroolijke kracht en innige teerheid, maar ook in heel zijn meesterlijke, rijk-polyphone bewerking werd vertolkt
. (BD III:556-557)
Het Vijftiende-eeuwsch bruyloftlied is bij de viering van Diepenbrocks vijftigste verjaardag (2 september 1912) gezongen, ter opening van het feestdiner ten huize van Sara de Swart en Emilie van Kerkhoff te Laren. Dit huldeblijk door Aaltje Noordewier-Reddingius, Pauline de Haan-Manifarges, Jacq. van Kempen en Gerard Zalsman kwam als een verrassing; Diepenbrock was zichtbaar geroerd. (BD VIII:3-4)
Ton Braas